- met een open houding naar leerlingen luistert, contact maakt en met hen communiceert
- Een klas zowel leiding als begeleiding geeft
- Leerlingen z nodig confronteert
- Gevoel heeft voor de groepscultuur,
Bijbehorende mogelijke gedragsindicatoren
De student kan zorgen voor een prettig leerklimaat.
Dit is te zien doordat hij/zij:
- goed verstaanbaar en op gevarieerde toon spreekt
- Vriendelijk, respectvol en op positieve wijze met leerlingen omgaat en contact maakt
- Enthousiasme uitstraalt
- Mondeling en schriftelijk taalgebruik aanpast bij het niveau/belevingswereld van de leerlingen
- Een effectieve lichaamstaal hanteert
- Leiding aan een klas / groep geeft
- Een klas / groep begeleidt
- Regels en afspraken met leerlingen maakt
- Zich aan de gemaakte afspraken houdt
- Oog heeft voor verschillen tussen leerlingen
- Inspeelt op verschillen (in communicatie en de onderwijsactiviteiten
Geen opmerkingen:
Een reactie posten